Buiten in de biezen
Buiten in de biezen,
daar lei een hondje dood
Zijn staartje was bevroren
zijn billetjes waren bloot
Toen kwam Lijstje Lonken
die zei;dat beest is dronken.
Toen kwam Lijstje Lollepot
die zei;dat beest is half zot.
Toen kwam Jan de slager
die zei;dat beest is mager.
Toen kwam Tijs de timmerman
dielapte er weer een staartje aan.
Toen liep het hondje henen
`t staartje tussen de benen.