Ferme jongens, stoere knapen
Ferme jongens, stoere knapen
Foei! hoe suffend staat gij daar!
Zijt ge dan niet welgeschapen,
Zijt ge niet van zessen klaar?
Schaam je jongens, en ga mee
Naar de zee, naar de zee!
Dat's een leven van plezieren
Dat's een leven van stavast,
Zo de wereld rond te zwieren
In het topje van de mast:
Thuis te zijn op ied're ree
Kom, ga mee naar de zee!
Ben je een hachje... vaar ten Oorlog
('t Is , eilaas! méést voor de grap...);
'k Weet een allerbest kantoor nog
als je wilt ter Koopmanschap;
Maar, óf ge Oorlog zoekt óf Vree,
alle twee vindt ge op zee.
Laat ze pruilen, laat ze druilen
Laat ze schuilen aan het strand:
Loop Jan Salie op zijn muilen
Jan Courage kiest het want:-
Holla bootsman! alles ree?
Wij gaan mee naar de zee!
Holla, bootsman! alles ree?
Wij gaan mee naar de zee!